Wat heb ik fantastisch werk!

Wat heb ik fantastisch werk!

Dit is daadwerkelijk zo! Maar af en toe ook een uitspraak die ik in mezelf zeg als ik een dag heb waarin het “bureaucratische geleuter” mij toch wel lichtelijk de neus uit komt. Dus bereid je dit keer maar voor op een saaie blog. Ik wordt er moe van als ik het schrijf maar het is wel een onderdeel van mijn werk; bezig zijn om mezelf door bureaucratie te wurmen. Zoals gisteren. Een cliënt heeft een nieuwe rolstoel nodig. Cliënt zelf is slechthorend en telefonische gesprekken voeren is nauwelijks mogelijk. Inwonende mantelzorg is ook niet in staat om dit te regelen en dus hoort dit mijns inziens bij mijn taak als wijkverpleegkundige van desbetreffende cliënt om een nieuwe rolstoel voor haar te regelen, aangezien dit bijdraagt aan haar welzijn. Dus, hierbij de scène van gisteren.

Ik begin met telefoneren naar het WMO van de gemeente waarin cliënt woont. Via dit WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) is de rolstoel aangevraagd.

=> WMO: Goedemorgen, met …. van het WMO loket, gemeente ….!

=> Marjolein: Goedemorgen, met Marjolein Bakker, verpleegkundige van Buurtzorg.

=> WMO: Wat kan ik voor u doen mevrouw Bakker?

=> Marjolein: Cliënt X heeft een rolstoel via het WMO gemeente …. in haar bezit. Echter mw. heeft een nieuwe rolstoel nodig omdat de huidige rolstoel te breed is en mw. te veel heen en weer geslingerd word als zij in de rolstoel gereden wordt.

Terwijl ik bovenstaande aan het opsommen ben denk ik al, dit word echt een te lange tekst. Dus dit zal ik jullie besparen. Het kwam erop neer dat ik niet bij het WMO moest zijn maar bij de leverancier, die de rolstoel geleverd had bij mw. Onder andere deze leverancier heeft een contract met het WMO maar de leverancier is verantwoordelijk voor de hulpmiddelen die zij leveren. Logisch denk ik nog! Dus ik sluit het gesprek af en bel de leverancier. Na een ruim keuzemenu, kom ik in gesprek met een mevrouw die mij, eerst mijn verhaal laat doen, wissel ook cliëntgegevens uit met haar omdat zij ernaar vraagt. Dan volgt de mededeling: Beste Marjolein, u bent écht aan het verkeerde adres! (Inmiddels ben ik al een klein uur aan het bellen, heb ik twee mensen aan de telefoon gehad met tussentijds veel achtergrondmuziek en keuzemenu’s). Lichte irritatie voel ik in mezelf opborrelen en vraag haar bij wie of welke organisatie ik dan wel wezen moet waarbij ik haar toch wel benadruk dat ik het heel vervelend vindt dat ik bang ben van het kastje naar de muur te worden gestuurd en meer te doen heb vandaag. Ik krijg heel rustig, vriendelijk en professioneel antwoord. Dat vindt ik overigens best knap van mensen die aan de andere kant van de lijn met wijkverpleegkundigen communiceren bij wie het ongeduld naarmate de kostbare tijd voort sijpelt oploopt. Maar goed zij doen ook waarvoor zij aangenomen zijn. Dit terzijde. Mevrouw verteld mij dat ik bij het WMO moet zijn!! Maar die heb ik dus een uur geleden aan de telefoon gehad, en deze verwijzen mij naar u, zeg ik. Mevrouw vraagt: Welk WMO heeft u gesproken?! Opeens voel ik mijn hart bonzen omdat ik de vraag eigenlijk niet begrijp. Ik antwoordt: Dat weet u toch ook wel? Het WMO van de gemeente natuurlijk. Blijkt dat ik volgens haar, het WMO van de leverancier moet bellen. Even dacht ik dat ik voor de gek werd gehouden. Even hoor, dus het WMO valt onder de leverancier? Er zijn toch geen verschillende WMO’s in dezelfde gemeente? Ik antwoord; is uw leverancier een WMO voor zichzelf begonnen?! Je begrijpt, door de tijd die ik inmiddels verspilt had met deze telefoontjes, was ik al redelijk van de leg, bleef wel professioneel maar het kostte mij moeite om serieus te blijven. De beste mevrouw probeerde mij uit te leggen hoe het in elkaar zat allemaal waarbij ik af en toe een ongemakkelijk lachje hoorde waaruit bleek dat zij deze constructie toch ook wel erg ingewikkeld vond.

Goed, uiteindelijk zou zij mij doorverbinden met de goede persoon! NOT!……U moet zelf even bellen met het volgende telefoonnummer. Helaas hebben wij storing en kunnen niet doorverbinden. Kan gebeuren natuurlijk maar op dat moment kon ik wel uit mijn vel springen. Ik was al anderhalf uur mijn tijd aan het verdoen. Mijn moed weer bij elkaar verzameld, na een welverdiende kop koffie, heb ik gebeld met het WMO waar het WMO van de gemeente waaronder mevrouw valt gebeld, hahahaha, ja…..dus. Een vriendelijke meneer nam de telefoon aan. Voor de zoveelste keer mocht ik mijn verhaal doen dus ik dacht hè hè, die rolstoel is eindelijk in “the pocket”. Helaas kreeg ik een zeer onbevredigend antwoord namelijk: “u mag volgens de regels die kort geleden zijn ingegaan, deze zaken niet voor uw cliënt regelen”. Ik viel bijna van mijn stoel. Met het laatste beetje hoop die ik die dag over had, legde ik de situatie uit en dat het niet anders kon, dat ik als derde persoon in deze casus en als mevrouw haar wijkverpleegkundige dit vandaag echt moest regelen. Hier bleek meneer wel gevoelig voor te zijn en beloofde mij een terugbelverzoek in te plannen voor het einde van de middag. Hij zou deze casus overleggen met de juiste persoon die hiervoor aangesteld is. Ik kon wel janken toen ik aan het einde van de middag nog niet was teruggebeld. Een paar minuten voor vijven, heb ik zelf de telefoon weer ter handen genomen maar door de vele keuzemenu’s heb ik niet meer op tijd “de juiste persoon” aan de lijn gekregen. Uiteindelijk ben ik twee uur hiermee bezig geweest. Allemaal weggegooide tijd. Wat heb ik fantastisch werk! Dat meen ik gelukkig wel voor het grootste gedeelte en soms uit pessimisme om mezelf toch nog een beetje te laten lachen maar eigenlijk moet dit toch efficiënter kunnen. De mensen die ik aan de telefoon heb gesproken, doen ook maar hun werk en hun neem ik niets kwalijk maar wel de regelgeving! Dit kan toch beter én goedkoper!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *